Een maand geleden trad ik op met cabaret tijdens Gluren bij de Buren en omdat ik niet zo goed ben in het delen van mijn successen, ofzo, plaats ik er nu pas een berichtje over. Want was het een succes? Euh, ja eigenlijk wel!
Het was de eerste keer dat ik in mijn eentje een half uur ging optreden voor publiek. Mijn grootste angst was dat er niemand zou komen kijken. Mijn tweede grote angst was dat de mensen die zouden komen, niet zouden lachen. Dat he-le-maal niemand het leuk zou vinden. En oh ja, mijn derde grote angst was dat het te lang zou duren en dat mensen dan al voor het einde op zouden staan, omdat het tijd was en ze nog naar een leuker optreden moesten.
Waar ik dus niet bang voor was, was dat ik mijn tekst kwijt zou raken. Die zit altijd best goed in mijn hoofd. Alleen had ik nog nooit het hele stuk in één keer gespeeld – en daarom wist ik dus niet zeker of het binnen het half uur zou blijven. Mijn stuk bestond uit twee delen: een conference van in totaal ruim 20 minuten, waarin ik het heb over gender reveal party’s, de trein, mobiele telefoons en de supermarkten van tegenwoordig (zelfscankassa’s!!!). Dat heb ik alleen niet in één keer geschreven en had ik ook nog nooit in één keer ‘gedaan’.
Waarom niet, eigenlijk? Het was maar 20 à 25 minuten. Hoe kon ik daar geen tijd voor hebben? Nou, die tijd had ik ook wel. Ik had alleen geen zin. Echt geen zin, ik vond alles stom wat ik deed. Ik had wel energie, maar ik wilde niet.
Tijdens de kleinkunstcursus op donderdagavond deelde ik mijn frustratie. “Het hoort er allemaal bij”, zei de docent begripvol. Op vrijdag sprak ik een vriendin die vaker opgetreden heeft. “Je moet hier doorheen. Deze eerste keer heb je nodig, om te zorgen dat het daarna allemaal veel makkelijker gaat.”
Uiteindelijk heb ik pas op zaterdagavond, om 20.00 uur, het hele stuk in één keer gedaan. Toen moest het wel, want om 20.30 begon Wie is de Mol. En ik wilde die avond op tijd naar bed. Mijn stuk was bijna 27 minuten. Prima. Dat zou goed komen.
Flash forward naar zondag 11.45 uur. Een kwartier voor ik op zou komen. Ik had mezelf afgezonderd op de overloop, één verdieping hoger, en mijn noise canceling koptelefoon opgezet. Vanuit het raam zag ik de eerste twee gasten (naast mijn ouders, die ruim op tijd waren gearriveerd) aankomen en ik danste van blijdschap. Er was publiek!
Op mijn koptelefoon luisterde ik eerst ‘Anti-Hero’ van Taylor Swift, niet vanwege de tekst, maar omdat ik het zo’n fijn nummer vind. Daarna koos ik ‘My Silver Lining’ van First Aid Kit. “I won’t take the easy road, the easy road, the easy roaoad…”, playbackte ik mee.
Ik dronk mijn thee, at een paaseitje en danste een beetje heen en weer over de overloop. Totdat er vanaf beneden hard geroepen werd “Marjolein? Ben je klaar?”. “Ja!”, riep ik terug. Koptelefoon af. Luisteren naar Robin die de MC-rol op zich nam, een praatje over Gluren bij de Buren, gezellig wat contact met het publiek en daarna (“geef haar een héél hard applaus”) mijn aankondiging. Ik trok mijn kleding nog een keer recht, nam diep adem en liep de trap af. De woonkamer in, langs het publiek, naar mijn plek daar op de vloer, tussen de kast en het raam. Tegenover 15 man publiek. “Goedemiddag!”
Die eerste ronde, om 12.00 uur, was de moeilijkste. Iedereen moet er op dat tijdstip nog even inkomen volgens mij. Of ochtendmensen lachen van nature niet zo veel. Maar het publiek vond het wél leuk, zeiden ze na afloop.
Even nakletsen met mijn ouders en daarna weer voorbereiden voor de volgende ronde. Brood in de oven, extra krukjes halen (want alle zitplaatsen waren nú al bijna vol), met zijn drieën lunchen, nieuwe koffie zetten. En toen werd er om 13.15 alweer aangebeld, terwijl wij ons brood nog niet op hadden. Terwijl de eerste gasten binnen liepen, ging ik met mijn beker thee naar boven en zette ik opnieuw Taylor Swift op.
De tweede ronde ging het beste. Ik was scherper, nam meer tijd, durfde het liedje over ‘De Gros’ nu wél voluit te zingen, vergat nu die grap over de loonkloof níet. Ik genoot ervan. Toen was het klaar. Weer napraten met bekenden en daarna weer pauze. Die voelde nu langer, omdat er niet gegeten hoefde te worden. Alleen host Cedric moest nog koekjes in de oven schuiven.
Ik dacht aan de wijze les van cabaretdocent Anemoon, in Préau: het is logisch dat je, tussen de generale repetitie en de voorstelling zelf, inkakt. Want je kunt de adrenaline niet de hele tijd hoog houden. Accepteer dat moment van lage energie. Dat deed ik dus: ik ging even professioneel op de bank liggen bijkomen. Even de energie laag, even niets. En daarna was het alweer tijd om naar de overloop te gaan.
Dit keer koos ik niet alleen een oppeppend nummer, maar gewoon een lekker nummer om in de sfeer te komen. Wat ik ooit misschien zelfs als opkomstnummer zou willen gebruiken, wanneer ik een professionele show zou geven. ‘I will posess your heart‘ van Death Cab for Cutie. (Ik zou alleen denk ik niet het héle intro gebruiken voor mijn opkomst.)
Vlak voor drie uur zag ik dat er op de stoep – die normaal gesproken helemaal leeg is – minstens tien fietsen geparkeerd stonden. Allemaal voor mij, besefte ik met een glimlach. Daarna was het tijd. Ik rende de trap af en liep de overvolle woonkamer binnen, waar nu zelfs ook mensen op de grond zaten. En begon voor de derde en laatste keer van die dag. Goedemiddag!
Wat heb ik ervan geleerd? Dat mensen soms lachen om dingen die helemaal geen grap zijn, maar gewoon de waarheid (maar wel een grappige waarheid). Hoeveel intonatie uitmaakt. Waar ik meer tijd kon nemen. Hoe onhandig het kan zijn wanneer iemand uit het publiek een grap terug maakt wanneer je net in je rol zit van een te serieus typetje. Dat het grappig is als slechts de helft van het publiek (in de eerste ronde zelfs maar 20%) een bepaalde grap snapt.
En: dat ik het leuk vond!
Rond 16.00 uur waren we klaar. Ik met optreden, het publiek met weggaan, wij drieën met opruimen. We dronken een biertje en we praatten na. Ik was uiteraard nog hyper. Laatst hoorde ik dat achtbanen en horrorfilms zo fijn zijn omdat ze je adrenaline geven en die adrenaline wordt daarna omgezet in dopamine. Ik had een he-le-boel dopamine aangemaakt die dag.
Meteen hoor ik nu het nummer van Purple Disco Machine in mijn hoofd. Misschien is dat nog een goede aanvulling voor mijn ‘kleedkamer’-playlist voor de volgende keer?
Want komt er een vervolg? Ja, natuurlijk! 7 april is mijn eindpresentatie van de cursus kleinkunst, wederom een half uur. Maar zeer waarschijnlijk ga ik daar niet hetzelfde doen als bij Gluren bij de Buren, want dat vind ik saai. Ik leg de lat graag hoog voor mezelf, ofzo. “I won’t take the easy road…”
En daarna? Daarover later meer!
Geweldig gedaan Marjolein en leuk om te lezen hoe je het zelf ervaarde. En goeie muziektips