Een van de onvermijdelijke bijwerkingen van het coronavirus: we gaan weer nationaliseren. Uit oogpunt van efficiëntie worden veel producten alleen in andere landen, vooral China, gemaakt. De wereld als onze voorraadkast. Wat allemaal prima werkt zo lang alles goed gaat. Dus geen haperingen in productie en logistiek, bijvoorbeeld bij een grote griepgolf. En zo lang het geen zaak wordt van leven of dood, bijvoorbeeld bij mondkapjes of beademingsapparatuur.
We waren allemaal hartstikke mondiaal en outgoing, maar in tijden van gevaar trekt iedereen zich weer terug in zijn eigen landje, net zoals iedereen zich nu terugtrekt met zijn gezin. We blijven mensen met goede bedoelingen, maar pas wanneer we eerst zélf voldoende voedsel en wc-papier in huis hebben, delen we dit met anderen.
De coronatijd is natuurlijk ook een tijd om te ontdekken wat écht belangrijk is. Eind februari hoorde ik nog een kerstballenimporteur op de radio vertellen over de gevolgen van de stilgevallen fabrieken in China. Hij rekende voor: de productie duurt X maanden en dan ook nog zoveel weken/ maanden voor transport, dus als ze nu beginnen, dan liggen de eerste kerstballen pas in september in de winkel.
Een maand geleden was dat dus nog een potentieel probleem: ‘pas’ in september kerstballen kunnen kopen. Nu zijn we eerst bezig met de vraag of we de Kerst überhaupt wel halen met zijn allen. En daarna kunnen we waarschijnlijk alsnog geen kerstballen kopen dit jaar, omdat fabrieken en logistiek wel wat beters te doen hebben. En is dat écht erg? Ja, wel voor die kerstballenimporteur natuurlijk en óók voor de tuincentra (maar die hebben hun omzet voor 2020 al lang al gehaald, dus zij mogen niet klagen). Maar wij kunnen best een jaar zonder nieuwe kerstballen. Kerstballen zijn, voor zover ik weet, geen wegwerpartikelen. Bij mijn ouders in de boom hangen ballen die mijn hele kindertijd hebben meegemaakt. Misschien komt daar eens in de paar jaar tijd eentje bij. Nou, in 2020 dan dus even niet.
En stel dat er mensen zijn die om gegronde redenen écht nieuwe kerstballen moeten kopen. Bijvoorbeeld omdat ze net (weer) op zichzelf gaan wonen, omdat hun huis is afgebrand, of omdat ze bekeerd zijn van hun minimalisme en weer normaal willen doen. Voor die mensen zijn er twee dingen. Een: de kringloopwinkel. En twee: creativiteit. Al bijna 10 jaar geleden brachten Arne en Carlos, twee Scandinaviërs met kennelijk te veel vrije tijd, het boek ‘Kerstballen breien’ uit. Je kunt je kerstballen dus breien, prima bezigheid in tijden van coronaverveling.
China is niet het enige land waar dingen gemaakt worden, ‘made in Holland’ is ook een optie. Ook hier kunnen we kerstballen maken. Lang niet zo goedkoop als in China, maar het kán. Als het niet op tijd lukt om er fabriekjes voor op te zetten, dan doen we het desnoods met de hand. We zouden er nu al mee kunnen beginnen (in China beginnen ze ruim voor Pasen met de kerstballen, laten wij aanhaken bij die traditie). Het lijkt mij een perfecte bezigheid voor al die mensen uit de cultuursector en de horeca die nu zonder werk zitten. Want kunst & gezelligheid in één product, dat is de kerstbal.
Maakt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar!