Elke ochtend, behalve als het te hard regent, fietst Henk naar de oude vesting van Elburg. Hij zet zijn fiets neer bij de stadswal en groet de mannen die daar dagelijks op het bankje zitten. Vandaag is er braderie. Die is er elke week, speciaal voor de vakantiegangers die hier in de buurt verblijven. Henk loopt achter een trage stoet toeristen aan langs de marktkramen. Hij bekijkt de koopwaar vluchtig. Het is precies hetzelfde als de week ervoor en de week dáárvoor.
Midden op het pleintje staat, ook net als de vorige woensdagen, Bertus met zijn viskraam. “Morgen”, groet Henk, terwijl hij kort zijn hand opsteekt. “Wat een drukte.” Hij steekt zijn handen in zijn zakken.
“Dat ken je wel zeggen”, antwoordt Bertus. “Goeie klandizie.”
Henk haalt zijn handen weer uit zijn zakken. “Heb jij misschien een lekkerbekkie voor me, Bertus?” Terwijl Bertus de vis bereidt neemt Henk zijn vaste plek in, op de houten barkruk aan de rechterkant van de kar. Zijn ene voet, in blauwe badslipper, steunt op de kruk, de ander op de grond. Hij vouwt zijn armen over elkaar en laat ze rusten op zijn forse buik. Van de dokter moest-ie eigenlijk minder eten. Mien heeft het een tijdje geprobeerd, mager koken. Maar dat konijnenvoer hielp allemaal toch niks. Na twee weken waren ze er weer mee gestopt.
Bertus overhandigt hem de vis. Henk pakt de lekkerbek met zijn vingers uit het bakje en neemt een hap. Met stevige bewegingen kauwt hij het stuk vis weg. Met licht dichtgeknepen ogen bekijkt hij de mensen die voorbij lopen. Sommigen zijn van hier, hij herkent ze vaag van gezicht, maar de meesten kent hij niet.
“Wat een weertje vandaag hè”, zegt hij tegen Bertus.
“Nou, wat een verschil met gisteren”, antwoordt die opgewekt.
“Ja dat was inderdaad niks”, zegt Henk. Hij neemt nog een stevige hap uit de lekkerbek die hij met één hand vasthoudt. Zijn andere hand steekt in zijn broekzak.
Langzaam draait hij zijn hoofd weer naar voren. Vorsend bekijkt hij de voorbijgangers. Hij hoort mensen Duits praten. Waren die mensen helemaal naar Elburg gereden voor deze markt?
De vis is op. Henk pakt een servetje en met snelle bewegingen veegt hij zijn grote handen schoon. Hij kijkt naar de mensen op het terras vóór hem. Een echtpaar zit naast elkaar koffie te drinken.
Mien was laatst weer begonnen over vakantie. Ze wilde zo graag de zee eens zien. Maar ja.
Dit verhaal schreef ik tijdens de workshop ‘Van beeld naar tekst’, Buitenkunst 2015.