Ik word wakker van een haan die kraait. Er schijnt licht door het laken dat als provisorisch gordijn voor het raam hangt. Vannacht was het heel stil, nu hoor ik buiten auto’s rijden over de asfaltweg en ik hoor kinderen roepen in een vreemde taal. Ik stap uit bed en kijk door het raam. Op een stoffig stukje land tussen dit huis en de weg rennen een stuk of vijftien kinderen achter een voetbal aan. Ik stap mijn bed weer in en probeer nog wat slaap in te halen.
Rond een uur of tien roept Vanessa me voor het ontbijt. Ik doe mijn wikkelrok om (mijn korte pyjamabroekje is voor Oegandese begrippen niet netjes) en stap de woonkamer in, waar Vanessa met haar gezin aan tafel zit. “Mooielein!” begroet Zora (3) mij enthousiast. Patrick (1,5) staart me alleen maar met grote ogen terwijl ik aanschuif aan de ontbijttafel. Uit mijn backpack heb ik het stuk kaas en de zak krentenbollen van eergisteren meegenomen. Vanessa (met Evy op haar arm) en David knippen samen de verpakking van de kaas open, een plechtig moment, en ik maak meteen een foto van de vijf leden van de Kirunda-family aan de ontbijttafel. Patrick smult van de kaas en Zora begint meteen allemaal verhalen tegen me te vertellen, terwijl ze haar brood héél langzaam opeet.
“Mar, wil jij de Blue Band even aangeven?” Ik zie niet meteen wat Vanessa bedoelt. In mijn hoofd is Blue Band wit met blauw, in een rechthoekig bakje. Maar This is Africa. Hier zit Blue Band in een knalgele ronde pot, met een rode en een blauwe streep erop (ok, nog steeds een blue band dus). Op het vliegveld was me al opgevallen dat de kleur geel hier veel meer gebruikt wordt in reclames en op producten, blijkbaar heeft het hier niet zoals in Nederland de uitstraling van ‘goedkoop’. (Overigens las ik later op een woordenlijstje dat je boter in het Swalili vertaalt als ‘Blue Band’. Een beetje zoals dat wij jaloezieën ‘luxaflex’ noemen. Dat heeft Unilever toch maar mooi voor elkaar!)
Verder staat op tafel aardbeienjam in een wit blik met plastic deksel, geïmporteerd uit het Midden-Oosten, pindakaas (eveneens Arabisch) in een plastic pot en een pakje roze met witte muisjes dat Vanessa per luchtpost kreeg. En er is brood. “We hebben hetzelfde brood gevonden als in Nederland!”, zegt Nes dolblij. Voor de goede orde: het brood lijkt inderdaad sterk op Hollands brood, maar dan wel die lichte en droge variant die je in de supermarkt voor 79 cent in het onderste schap vindt. Maar dat vertel ik haar maar niet.
Ik neem een boterham met Afrikaanse Blue Band en Hollandse muisjes. We drinken er thee bij van het bekende Oegandese merk ‘Mukwano’. Dat woord betekent vriend.