Zondag 15 maart 2020
Vriendin E en ik gingen een stukje wandelen, één van de weinige dingen die nog veilig zijn in corona-tijd. Oorspronkelijk zouden we samen met Leon & Juliette gratis de trein nemen naar Den Haag, en dan wandelen aan het strand (en ik wilde even naar een museum, een paar dagen geleden waren dat soort wensen nog normaal). Maar we mitigeerden onze plannen: het werd een wandeling Bilthoven – Utrecht.
Ik was tien minuten te vroeg op Utrecht Centraal en had zo alle tijd om me te verwonderen over de rust én om bij alle winkels de A4’tjes met corona-informatie te lezen. Pinnen, zelfscannen, geen herbruikbare bekers, overal hetzelfde verhaal. De schappen bij de AH to go lagen bomvol. De treindeur opende ik met een gehandschoende hand en ik ging zitten op een plek ver van medereizigers.

In Bilthoven gingen we op zoek naar een geschikt café/restaurant om te lunchen. Bij onze eerste keus hing een handgeschreven briefje op de deur: ‘Vanwege de rust zijn wij gesloten’. We liepen langs een tweede restaurant, met op de kaart lunchgerechten met kaviaar. Aan het raam zaten een keurige oudere heer en een keurige oudere dame, daar vermoedelijk neergeplant als bewijs dat je als 80-plusser heus nog wel een horecagelegenheid kon betreden. Ze zagen onze speurende blik en wenkten ons naar binnen te komen. Wij wuifden terug, maar gingen toch verder.
De derde zaak zat voor zo’n 20% vol. Normaal was het er véél drukker ja, bevestigde de vriendelijke jongen van de bediening. Vooral veel ouderen, maar die bleven nu dus weg. Die ochtend had hij, om toch iets te doen te hebben, het onkruid tussen de tegels van het terras weggekrabt. Tja, wat voor klusje moet je mórgen dan doen als het zo rustig blijft, vroeg ik retorisch en inmiddels volstrekt overbodig.
Ik haalde de desinfecterende handgel uit mijn tas en waande me even op een verre vakantie in een warm land vol enge bacteriën. Vervolgens keek ik paranoïde naar het bestek wat de jongen deels had aangeraakt en dacht toen ‘ach ja’. Ik begon aan mijn roerei, maar niet voordat ik een foto had gemaakt van het prachtig opgemaakte bord.
“Wat doe je eigenlijk met zo’n foto?” vroeg E kritisch. Als in: waar ga je die ooit nog voor gebruiken, zo bijzonder is lunchen in een restaurant immers niet.
Tijdens het eten spraken we over – je raadt het nooit – corona. Over zorgmedewerkers, over ouders met basisschoolkinderen, over studenten.
“Willen jullie nog wat drinken?” vroeg de jongen toen wij net hadden besloten om eindelijk te gaan wandelen.
“Nee, sorry”, zeiden we.
“Aaah, niet nog één koffie of thee?” zei hij zielig. Maar wij bleven bij ons besluit.
“Ik heb het gevoel dat we misschien toch ja hadden moeten zeggen”, zei E.
“Ja, misschien is dit wel de laatste koffie die we voorlopig kunnen krijgen”, lachte ik.
(En hoe dat verder ging heb ik in een andere blog opgeschreven)
– Seintje krijgen bij nieuwe berichten? Vul je e-mailadres in! –
Meer berichten over corona:
Vluchten in vogels kan niet meer
In de lange lockdown vorig jaar snakte ik naar nieuwe prikkels. Iets dat me kon verrassen, nu winkels, horeca en cultuur dicht waren. Gelukkig waren we nog wél vogels.
Derde prik
De vorige keer scheen de zon en hingen overal vrolijk gekleurde stickers met ‘fijn dat je er bent’ en foto’s van mensen die blij hun blote bovenarm toonden. Nu was het wachten een stuk minder leuk.
10 oude-normaal dingen die je nu weer hoort
10 pre-corona uitspraken die je nu steeds meer hoort.
Kopen, kopen, niet kijken
Gistermiddag moest ik me door een bomvolle stad – hordes funshoppers, overal rijen voor de terrassen – wurmen om bij de bibliotheek te komen. Om een reservering op te halen en een snauw te krijgen van een medebezoeker.
“Twee weken houden we nog wel vol, toch?”(coronaflashback)
Op 22 maart 2020 ging ik, net als heel veel andere Nederlanders, de natuur in. Dat was gedoe met die 1,5 meter afstand houden. Corona is niet leuk, concludeerde ik. Maar 2 weken houden we het nog wel vol, toch?
10 dingen die ik al minstens een jaar niet meer heb meegemaakt
1. In een vliegtuig zitten naast iemand die veel te breed is voor haar eigen stoel en die daarom ook maar een deel van jouw stoel in beslag neemt, terwijl die sowieso al vrij smal was – en dat dan vijf uur lang. 2. Langs de Jaarbeurs proberen te fietsen, maar geblokkeerd worden door duizenden…
Coronadebat in lichaamstaal
Na het hardlopen deed ik bovenop de brug mijn rek- en strekoefeningen. In een woonboot aan de overkant van het kanaal stond de tv aan. Op een groot scherm zag ik een man die stond te praten in de Tweede Kamer. Van deze afstand kon ik zijn gezicht niet goed zien, was het Jesse Klaver?…
Wennen aan lockdowns
Ik weet nog precies waar ik was toen ik op 15 maart hoorde dat De Horeca Ging Sluiten. En als je me toen had verteld dat we die situatie tot 1 juno vol moesten houden, dan was ik vol ongeloof in tranen uitgebarsten. Maar gelukkig hebben wij mensen een fantastisch aanpassingsvermogen.
Naar buiten kijken
Tussen alle strikt noodzakelijke treinreizigers valt hij direct op, het jongetje van een jaar of 4. Zijn moeder zit aan het gangpad, waar zij volgens de coronaregels helemaal niet mag zitten. Het is logisch dat ze naast elkaar willen zitten, maar eigenlijk zou híj aan het gangpad moeten, ervan uitgaande dat kinderen geen corona kunnen…